Een jeugdtrauma is het voor velen. Jij gaat zuinig om met je bombels, maar je broer niet. Als hij zijn voorraad al op 30 december heeft verschoten, krijg jij, de zuinige die een heel schema heeft gemaakt van wanneer je welke bombel gaat schieten, van je ouders te horen dat je een deel van je goedbewaarde schat aan hem moet geven. Doe niet zo gierig, krijg je ook nog toegesnauwd.
Broer krijgt ook wel te horen dat hij zuiniger moet zijn met zijn tweede kans, maar jij weet dat het neks zal uitmaken. Die bombels van jou verschiet hij waarschinlijk nog vóór acht uur op owruyari en als jij dan nog vuurwerk hebt, zal dan weer van jou worden gevraagd om je voorraad te delen. Want broer is in staat om zo zielig te kijken, weer zoveel beterschap te beloven en als dat niet helpt, in zo een woedeaanval te ontsteken dat het de feeststemming meteen bederft. Om de goeie vrede te bewaren, moet jij dus weer een deel van je schat opgeven. Je bent woedend, maar machteloos.
Zo ongeveer moet NV Havenbeheer zich voelen, nu ze haar zuurverdiende centjes, die ze dankzij zuinigheid en goed beheer opzij kon zetten, moet geven aan haar eeuwig noodlijdend spilzuchtig parastataal broertje, de SLM. Of ze even 2,5 miljoen USD kunnen lenen aan het noodlijdend bedrijf, kreeg Havenbeheer te horen. Niets aan de hand, zeggen de ouders, de staat dus. Het blijft in de familie, doe niet zo gierig. Er wordt nog gevraagd om een garantstelling (dat je ouders dan die 2,5 miljoen teruggeven aan jou als de plannen van broertjelief weer eens geen vleugels krijgen). Benieuwd of die zal komen.
We weten allemaal dat broerlief nooit heel hard zijn best hoefde te doen om echt zijn zaken op orde te krijgen, want papa en mama zullen hem altijd wel de helpende hand toesteken. Ten koste van alle andere kinderen. Je vraagt je af: ‘waarom zou jij nog je best doen?’
Hetzelfde effect heeft dus de devaluatie van de staatsdecoraties. Ik zweer u, ik zou er niets over zeggen, want ik wil niet steeds op alle slakken zout leggen. (Nee, ik noem de gedecoreerden geen slakken.). Maar de ingezonden brief van de VHP, gepubliceerd in deze krant, was van zo een verbijsterende onlogica (ziet u hoe ik mijn best doe om niet te schrijven ‘stupiditeit’), het is een heel college redeneren (en tekstbegrip) waard.
Ja, er zijn legio decoraties uitgedeeld van twijfelachtige aard. Rond 25 februari bijvoorbeeld. Maar dat is niet de verjaardag van de NDP. Zelfs Ashwin Adhin kreeg een lintje voor zijn verdiensten, zogenaamd niet voor zijn bijdrage aan de NDP, maar als voorzitter van de CUS. Bij mijn weten hadden we niet eerder zo een lintjesregen zo uitdrukkelijk vanuit een politieke partij ten tijde van de jaardag van de politieke partij, uitgereikt door de voorzitter van de partij aan zijn partijgenoten.
Voor de duidelijkheid: als je mensen lintjes geeft ter gelegenheid van het jubileum van een organisatie, dan mogen we ervan uitgaan dat het lintje te maken heeft met die organisatie. En niet voor hun werk als onderwijzer, cardioloog, ingenieur, landbouwer, industrieel en wat dies meer zij. Ze zijn gedecoreerd voor hun inzet voor het nastreven van het doel van de jublierende organisatie.
Het uiteindelijke doel van een politieke partij is het verwerven van macht. Wat ze vervolgens met die macht doet is niet aan de orde in deze. (En nee, een verworvenheid van een politieke partij kan nooit zijn ‘De VHP is de grootste partij van Suriname en heeft een staat van dienst van ruim 73 jaar en de partij heeft veel positieve ontwikkelingen tot stand gebracht, geen monetaire financiering en geen verduistering van de kasreserve et cetera’, zoals de VHP in hun bericht aangeeft.).
Hier komt het dus op neer: de president heeft staatsdecoraties gegeven aan mensen die zich hebben ingezet om hem president te maken. Dat hij en de zijnen, ook de gedecoreerden, het schrijnende daarvan niet kunnen of willen inzien is veelzeggend.