THEO PARA: Wijzigende krachtsverhoudingen
22/03/2019 19:00

Foto: dWT Archief
CONTRAPUNT -
President Bouterse ging in zijn nacht van de revolutie-speech niet alleen de rechtvaardiging van de daad van zijn bloedige staatsgreep uit de weg, hij gaf er ook blijk van zich zorgen te maken over de electorale kracht van de democratische oppositie. Hij trachtte door een etnocentrische analyse van met name de steeds energiekere Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) de electorale potentie van die partij te bagatelliseren. In Sipaliwini en Para zou de VHP per definitie kansloos zijn. Geen programmatische of tactische overwegingen, slechts de suggestie dat het Surinaamse electoraat als vanzelfsprekend etnocentrisch zal kiezen. En dat als partijleider van een partij die zich als multi-etnisch afficheert.
Tekst: Theo Para
Wat de paarse putschist - want hij viert tot nu toe de
'staatsgreperij' - niet begrijpt, is dat het uitgebreid kleineren
van de opponent ook betekent dat die opponent jou bezighoudt. Dat
kleineren weerspiegelt dus niet de overtuiging dat jouw opponent
niets voorstelt, maar het besef dat hij sterker is dan je lief is.
Macht is een instrumenteel, geen moreel argument. Er bestaan in
onze wereld zoveel kwade machten. Toch zijn politici zeer gevoelig
voor dat argument. In de politiek gaat het immers in belangrijke
mate om machtsvorming en macht. Kleine partijen kunnen uitstekende
standpunten en voorstellen hebben, als ze op het thema van
electorale machtsvorming niet overtuigend zijn, missen zij de
kiezers die ook strategisch willen stemmen en effect in termen van
zetels willen zien.
Zeker in een politieke patronagecultuur is het instrumentele
argument van de macht nog crucialer. Immers, meer dan
burgerrechten, vormt partijloyaliteit in zo een cultuur de toegang
tot een baan, een stukje grond, een goudconcessie of soms
zelfsgovernor van de centrale bank. In de huidige, extreme vorm van
patronagecultuur is de regel dat integriteit moet worden ingeruild
voor grotere nabijheid van de macht en de daarmee gepaard gaande
materiële privileges.
Een van de kenmerkende verschijnselen van die extreme vorm is de
publieke, vaak fanatieke, verdediging van het machtige kwaad door
mensen met een academische titel, die beter (zouden moeten) weten.
Het lijkt dan alsof die academici schrijven of spreken voor het
grote publiek, maar feitelijk demonstreren zij publiekelijk aan hun
broodheer hun serviel loyalisme. De andere kant van de medaille is
dat een macht die niet meer dan macht is, moreel leeg en uiterst
kwetsbaar is voor economisch slechtere tijden en wijzigingen in
regionale/ internationale en nationale machtsverhoudingen. Als zij
haar gevolg niet meer financieel kan bedienen of van haar
toekomstige macht kan overtuigen, dan brokkelt die snel af.
Afhankelijke buitenlandse politiek
HOEWEL BOUTERSE GRAAG grote woorden als dekolonisatie en
nationale soevereiniteit in de mond neemt, is zijn buitenlandse
politiek er een van grote afhankelijkheid. Dat staat overigens niet
los van de exponentiële groei van de staatsschuld, de imploderende
nationale productie en een begroting gefinancierd door leningen.
Treffend voor deze afhankelijkheid is dat Suriname onder Bouterse
in de Verenigde Naties niet alleen kritiekloos meestemt met China,
zijn grootste broodheer, het gooit ook de minimale
geloofwaardigheid te grabbel door zijn volkenrechtelijk woord voor
geld te verkwanselen.
Zo erkende de Republiek Suriname de nieuwe, kleine republiek
Kosovo, die haar soevereiniteit op de Servische hegemonie met veel
offers had veroverd, als onafhankelijke staat. Echter, tot
verbijstering van landen en mensen van goede wil ging de
regering-Bouterse door de knieën voor de Russische roebel en trok
zonder motivatie de Surinaamse erkenning van Kosovo in. De
nationale soevereiniteit als een geprostitueerde waarde.
De internationale statuur van Suriname onder Bouterse is
belabberd en bedroevend. Van de Amerikaanse drugsveroordeling van
Dino Bouterse tot de Nederlandse drugsveroordeling van Desi
Bouterse en de Surinaamse strafeis voor de decembermoorden, van de
ondermijning van de Counter Terror Intelligence Unit tot de enorm
gegroeide internationale vangsten van cocaïne uit Suriname. De
relatie met het Koninkrijk der Nederlanden en andere democratische
staten is opgedroogd. Bouterse heeft Suriname gepositioneerd in een
regionaal en internationaal kamp van dictatoriale en corrupte
staten, die bestuurssystemen hebben die volledig haaks staan op de
normen en waarden zoals verwoord in de Surinaamse Grondwet.
Het huidige buitenlandbeleid representeert de machtsbehoefte van
de heersende kliek, niet de vitale nationale en internationale
belangen van de Republiek Suriname. Bouterse is in het krijt bij
het dictatoriale kamp en kan nergens anders heen. Geen treffender
voorbeeld dan het isolement binnen de Organisatie van Amerikaanse
Staten en de regio, dan de keuze van Bouterse in het conflict
tussen democratie en dictatuur in Venezuela voor laatstgenoemde.
Bouterse ging in lijn met Maduro zover de humanitaire crisis van
het Venezolaanse volk te bagatelliseren. In 2010 is hij met
heimelijke steun van de chavistische machthebbers, tot ergernis van
president Ronald Venetiaan, aan electorale winst geholpen.
Bij de presidentsverkiezingen van 2013 stuurde Bouterse zijn
oudste zoon naar Caracas om zijn solidariteit met
presidentskandidaat Maduro te demonstreren. En nu? Nu is hij
geopolitiek verweven met een door en door bankroet regime, hij
heeft Suriname op kwalijke wijze gecompromitteerd, vervreemd van
zijn democratische en humanitaire waarden in het kamp van de
schenders van de mensenrechten, gesitueerd.
Wijzigende krachtsverhoudingen
MEN HOEFT GEEN diplomaat of deskundige op internationaal
politiek gebied te zijn om te begrijpen dat de regionale
krachtsverhoudingen, waarbij Bouterse kon rekenen op wegkijken en
zelfs steun, drastisch en snel aan het wijzigen zijn. Gecombineerd
met het aanstaande vonnis in het 8 Decemberstrafproces, het
financieel-economische debacle, de bestuurlijke megacorruptie, het
dramatische koopkrachtverlies, de degradatie van het milieu, de
verloedering van de rechtsstaat, de cultuur van straffeloosheid en
de schrijnende criminaliteit, is het begrijpelijk dat de paarse
macht strategisch en moreel in grote problemen zit.
De observatie van NPS-leider Gregory Rusland dat de kans op
electorale fraude in 2020 serieus aanwezig is en dat waakzaamheid
is geboden, lijkt accuraat. Het is moeilijk denkbaar dat Bouterse
III op andere wijze dan frauduleus gerealiseerd kan worden. In 2015
was de electorale fraude via het grootschalig kopen van stemmen al
een feit. Het vergeven van duizenden overheidsbaantjes vlak voor de
verkiezingen, het in partijpolitieke context grootschalig vergeven
van domeingronden, het politiseren van de staatsmedia enzovoorts.
Nu kan het 'Hoefdraadiseren' van de Centrale Bank van Suriname met
nota bene een zoon van een paarse minister als nieuwe governor,
onmiskenbaar als een onheilspellend voorteken worden gelezen.
Vanuit de omstandigheid van de wijzigende krachtsverhoudingen
bezien is Bouterse III slechts een machtswellustige fata morgana.
Smoezelige kunstgrepen worden daarom niet geschuwd, zeker niet met
Maduro als 'kameraad'.
Dit artikel is verschenen in de weekendbijlage van 2
maart