THEO PARA: Financieel isolement door paars
06/09/2018 21:00

Romano Meriba (uiterst rechts) zoon van president Bouterse, met minister Regolio Dodson in gesprek met de Braziliaanse ambassadeur. Meriba heeft een strafblad vanwege ernstige geweldsmisdrijven.-.
Foto: dWT Archief
CONTRAPUNT -
De Ware Tijd typeerde in haar redactioneel commentaar de internationale financieel-economische positie van de huidige republiek Suriname als een van ‘financieel isolement’. Aanleiding was de intrekking door sommige internationale banken van Visa en Mastercard voor bepaalde creditcardhouders in Suriname. In een verklaring liet de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven weten er niets aan te kunnen doen.
VERSCHILLENDE ONDERNEMERS LIETEN weten dat het verlies van hun
creditcards belemmeringen met zich meebracht voor hun
bedrijfsvoering. Zeker voor de Surinaamse economie, met haar grote
afhankelijkheid van importen, zijn problemen met internationale
betalingen extra problematisch. De internationale banken waken
ervoor met een beschuldigende vinger naar specifieke landen te
wijzen. Maar het is publiek geheim dat het simpele gegeven dat het
Surinaams ingezetene zijn niet meer verenigbaar lijkt met een
creditcardhouderschap, het directe gevolg is van de strengere
internationale regelgeving en handhaving inzake witwassen van
crimineel geld en financiering van terrorisme. Kredietwaardigheid
en bestuurlijke geloofwaardigheid van landen gaan extra meetellen
in het internationaal handelsverkeer. Landen, zeker kleine landen,
die een smoezelig imago hebben, het slecht doen als het gaat om
rechtsstatelijkheid en integriteit van het openbaar bestuur, komen
nog meer dan voorheen in 'financieel isolement'. Niet alleen worden
bedrijven en burgers van die landen geconfronteerd met meer
belemmeringen voor participatie in de wereldeconomie. Het scheelt
die landen ook aan bonafide investeringen. Bedrijven schreeuwen het
niet van de daken als ze in ondeugdelijk bestuur een reden zien
niet te investeren of zich bedrijfsmatig terug te trekken.
Dat de Alcoa zich juist onder de paarse regering, na vele
decennia bedrijfsactiviteit in ons land, terugtrekt uit Suriname
hoeft dan ook niet alleen om bedrijfseconomische redenen te zijn.
Ook uit de aan deze regering verwante Bolivariaanse republiek
Venezuela zijn bonafide bedrijven vertrokken om meer dan
economische reden. Cijfers kunnen gemakkelijk worden opgeschreven.
De betrouwbaarheid, toetsbaarheid en geloofwaardigheid van de
cijfers en hun auteurs en diens opdrachtgevers, zijn van
beslissende betekenis. Het doet de internationale geloofwaardigheid
van deze regering, en dus de republiek, geen goed als het State
Department van de Verenigde Staten bij herhaling rapporteert dat
aan zijn begrotingscijfers niet veel waarde kan worden gehecht. Van
internationale kredietbureaus krijgt de Surinaamse
kredietwaardigheid een dikke onvoldoende, geen land waar een
bonafide investeerder zijn kapitaal in wil investeren. Dat deze
regering kennelijk het belang van betrouwbaarheid en
geloofwaardigheid voor de nationale ontwikkeling niet beseft of
daar roekeloos mee omspringt, bleek uit het (tijdelijk) teloorgaan
van het Surinaamse stemrecht in de Verenigde Naties, vanwege het
feit dat de regering had verzuimd aan de contributieverplichtingen
te voldoen. Zo een mate van internationaal decorumverlies roept
vragen op over de elementaire fatsoenlijkheid van een regering.
Paarse verantwoordelijkheid
HOEWEL DE WORTELS van de nationale problematiek tot ver in het
verleden reiken, zijn er haast geen mensen buiten de NDP die de
paarse partij geen beslissende schuld toedichten als het gaat om
het financieel isolement. De NDP is de schaamlap van de
presidenthoofdverdachte. Wie had gehoopt op enige kritische geest
binnen die partij, kwam bedrogen uit. De NDP heeft via haar
serviele DNA-voorzitter en papegaaiencoalitie, de controlerende rol
van de volksvertegenwoordiging volledig verlamd. De pose van
kritisch is lege praat, uiteindelijk is de coalitie een stempel van
de regering. Grootspraak moet in de ogen van de kiezer de politieke
slaafsheid maskeren. De NDP is geen politieke partij in
democratische zin, zij is een appendix, een applausmachine en
naprater, van de Slager van Bastion Veere. Daarom schond zij
grondwet en internationale mensenrechtenverdragen, met het
doordrukken van de zelfamnestiewet van 2012. Met die wetgeving ad
hominem kwam Suriname internationaal weer in de beklaagdenbank. Van
de VN Hoge Commissaris voor de mensenrechten tot Human Rights
Watch, van de OAS mensenrechtencommissie tot de Europese Unie,
vanuit heel de wereld kreeg Suriname het predikaat schender van het
recht op recht, schender van de mensenrechten. Dat schrijnende
morele isolement van de republiek kon de NDP niets, maar dan ook
niets, schelen.
Bij de verkiezingen had zij de kiezers nog beloofd de
onafhankelijke rechtsgang in het 8 Decemberstrafproces te zullen
respecteren. Maar ook aan de kiezers had de NDP lak. In de NDP
zitten immers slechts mensen die ja en amen durven te zeggen tegen
Baas. Al is hij verantwoordelijk voor het martelen en vermoorden
van tientallen Surinamers. Al is hij veroordeeld voor drugshandel.
Al stopt hij zijn kabinet, buiten elke openbare
sollicitatieprocedure om, vol met gezinsleden en vrienden. Al is
hij verantwoordelijk voor de dramatische devaluatie van de
nationale munt, de grootschalige verarming van de bevolking en de
verloedering van gezondheidszorg en onderwijs.
Al verkwanselt hij de nationale belangen aan multinationals. Al
benoemt hij veroordeelde criminelen in topposities bij parastatale
bedrijven en in veiligheidsfuncties. Al maakt hij van de Staat een
smoezelige entiteit waar integriteit zoek is, de handhaving faalt
(zie de megadrugstransporten en de cultuur van corruptie) en graai-
en leenzucht de voornaamste drijfveer lijken. Het is de
existentiële vraag van deze tijd hoe de Surinaamse bevolkingvan
zo'n wanbestuur, van zo'n pseudopolitiek, kan afkomen. In grote
meerderheid zijn Surinamers democratisch gezind. De militaire
dictatuur moest dan ook plaatsmaken voor een hernieuwde
constitutionele orde, waarin niet de uzi, maar de stem van de
kiezer de basis van volksvertegenwoordiging en bestuur zou
vormen.
Ook de anti-democratische krachten moesten zich aanpassen aan de
nieuwe context. Echter, de vos verliest zijn haren, maar niet zijn
streken. Met paars aan de macht werden de algemene verkiezingen van
2015 niet echt eerlijke verkiezingen. Vlak voor de verkiezingen
vergaf de paarse regering duizenden overheidsbanen, terwijl ze
nodig noch te permitteren waren gezien de belabberde staat van de
staatskas. De staatsmedia werden paarse staatsmedia. Met het geld
van de belastingbetalers werden politieke tegenstanders besmeurd en
de president en zijn partij de lucht in geprezen. Aan duizenden
werden domeingronden verschaft, persoonlijk door de paarse
minister.
De partijdigheid van de Staat onder paars en het kopen van
stemmen met publieke middelen, staan haaks op de notie van eerlijke
verkiezingen. In een democratie zijn verkiezingen het middel om een
slecht bestuur te vervangen door beter bestuur. Maar dan moeten die
verkiezingen wel eerlijk zijn. Met wet-en regelgeving kunnen de
neutraliteit van staat(smedia), de campagnefinanciering en
objectiviteit van de organisatie van de verkiezingen, beter
genormeerd worden, en met strengere controle van buitenlandse
media. Het is cruciaal: wil de Surinaamse bevolking een bestuur
zonder mensen met een strafblad, zonder moordverdachten, zonder
incompetente geregelden, wil zij een integer en competent bestuur,
dat de cultuur van straffeloosheid en corruptie beëindigt en
Suriname weer aan geloofwaardigheid en kredietwaardigheid helpt, om
het moreel en financieel isolement te doorbreken, dan zijn eerlijke
verkiezingen onmisbaar.◊
Dit artikel is verschenen in de weekendbijlage van 25
augustus.