Duurzame onderwijshervormingen: Gelijke kansen voor alle kinderen
28/03/2018 17:00

ACHTERGROND -
Ons basisonderwijs behoeft dringend hervorming. Daartoe dient de tweede fase van het Beip2 project. Onderwijsdeskundige Marie Levens trekt deze immense kar. Zij is ervan overtuigd dat het project zal slagen. ‘Het onderwijs dat wij willen, moet onze kinderen niet alleen onderwijzen, het moet ook ervoor zorgen dat zij kritisch kijken naar onze maatschappij en er oplossingen voor bedenken.’
Tekst: Euritha Tjan A Way
- beeld: Collectie MinOWC en dWT archief
"KEEP IT SIMPLE, houd het artikel simpel, gebruik korte zinnen.
Deze informatie is heel belangrijk", klinkt Marie Levens,
projectcoördinator van het Basic Education Improvement Project ll
(Beip2) zacht maar krachtig. In haar kantoor dat een reflectie is
van haar woorden simpel en functioneel - heeft zij net uitgelegd
hoe de onderwijshervormingen die deze maand van start gaan, zullen
werken. Levens praat over innovatie en differentiatie binnen het
onderwijs die bijna futuristisch aandoen. Het lijkt een gigantische
job om dat allemaal door te voeren. Kalm en zelfverzekerd klinkt
het: "Het is niet zo moeilijk. Ik heb het elders ook zien
werken."
Levens heeft vorige maand de Rotary Vocational Excellence Award
in ontvangst mogen nemen en werd daarbij die 'Minister van
Onderwijs van het westelijk halfrond' genoemd. Dat is niet voor
niets. Zij heeft tien jaar bij de Organisatie van Amerikaanse
Staten (OAS) in Washington DC gewerkt. In die hoedanigheid heeft
zij een grote bijdrage geleverd aan de vergadering van
OAS-onderwijsministers en de Inter-Amerikaanse Agenda voor
Onderwijs.
Gaps
"Scholen in arme buurten doen het veel slechter dan scholen in
rijke buurten"
ZIJ STAPTE IN Suriname in een rijdende trein bij het
Beip-project. Beip1 was afgelopen en een vervolg was dringend
vereist. Beip1 liep van 2004-2012 en er was een evaluatie nodig,
alvorens er weer geleend zou worden bij de Inter-Amerikaanse
Ontwikkelingsbank (IDB). "Dat was de eerste fase van Beip2. In die
fase hebben we geanalyseerd wat de situatie precies was in het
veld. We hebben gekeken naar de schoolgebouwen, de sterkte van de
instellingen, de sterkte van de leerkrachten en ga zo maar door.
Dat hebben we allemaal in kaart gebracht. Midden maart gaat de
tweede fase van Beip2 van start. Daarbij gaan we een Gap-analyse
maken en we gaan programma's schrijven om de geconstateerde
gaps op te heffen." Met de eerste en tweede fase van Beip2
is 33 miljoen US dollar gemoeid.
Levens beschrijft enkele van die gaps: "Scholen in arme
buurten doen het veel slechter dan scholen in rijke buurten. Dat is
een feit. Die ouders van kinderen in de rijkere buurten hebben vaak
ook een hogere opleiding. Op rijkere scholen doen ouders meer met
hun kinderen. Ze gaan naar de dierentuin, ze krijgen cadeautjes als
lego, ze gaan met vakantie. Ze doen van alles dat ondersteunend
werkt naar wat er in de klas gebeurt. Op de armere scholen zie je
dat kinderen dat ontberen en vaker ook daardoor minder goed
presteren. Wij moeten ervoor zorgen dat ook die kinderen goed
scoren", legt Levens uit.
Vreemde taal
ZIJ NOEMT ANDERE gaps: slechtere prestaties in het
binnenland dan in Paramaribo, sommige kinderen praten geen
Nederlands in de lagere klassen. "We gaan bijvoorbeeld ervoor
moeten zorgen dat kinderen in hun eigen taal opgevangen worden. Al
kan de juffrouw de taal niet, dat kind moet kunnen spelen in de
eigen taal. We hebben experts nodig die de kinderen daarbij kunnen
helpen en als we ze niet kunnen vinden, dan gaan we het Nederlands
aanbieden als vreemde taal. Dan zijn er andere skills die het kind
aangeleerd krijgt om de taal te kunnen leren."
Volgens de projectcoördinator moet er op verschillende manieren
met de materie omgegaan worden. "Als er een Chinees teken op dit
bord staat", wijst Levens naar de linkerkant van haar kantoor, "dan
kan je me niet zeggen wat het betekent. Precies zo is het voor het
kind." Die kan de taal niet leren op die manier. Het kind wordt
onzeker en van onzekerheid komen de onvoldoendes. "Dat is slechts
een van de problemen en ons onderwijs zit er vol van. Beip2 wil het
vak Nederlands daarom aanbieden op drie niveaus: Nederlands als
vreemde taal, als tweede taal en Nederlands voor de kinderen die de
taal perfect spreken. "Wat je dan hoopt is dat de kinderen
statistisch bij elkaar komen en er perfect Nederlands wordt
gesproken, om vervolgens geen Haags en geen Amsterdams, maar gewoon
Surinaams-Nederlands te spreken."
Daarnaast zal ook rekening gehouden worden met de verschillende
manieren waarop kinderen leren: "Sommige kinderen kunnen abstract
denken, andere kunnen dat absoluut niet en weer andere moeten eerst
voelen; ze zijn kinesthetisch ingesteld. Het programma dat wij
zullen maken moet voor al deze kinderen een uitkomst bieden", knikt
Levens overtuigend.
Context
"Dat kind weet niet dat zodra het in Nederland is het een
tweederangsburger is, want dat vertelt het boek niet. Het boek is
niet geschreven voor haar."
TERWIJL ZIJ PRAAT, groeit het besef dat er wel heel goed is
nagedacht over de hervormingen die doorgevoerd moeten worden; dat
ze een expert is. "Het onderwijs dat wij willen, moet onze kinderen
niet alleen onderwijzen, het moet ook ervoor zorgen dat zij
kritisch kijken naar onze maatschappij en oplossingen bedenken voor
deze maatschappij. De context is heel erg belangrijk."
Het belang daarvan, illustreert Levens met een anekdote: "Ik zag
een meisje op het Jeugdjournaal. Er was een festival op het
KKF-terrein en het Jeugdjournaal vertelde aan een meisje - dat keek
naar een van de nieuwe Malmberg-boeken die nu gebruikt worden op de
lagere school - dat een voetballer in Brazilië heel veel geld had
gewonnen. Ze vroeg aan het meisje: 'Wat zou jij doen als je zoveel
geld had gewonnen?'" Het antwoord van het meisje deed het
onderwijshart van Levens bloeden."'Ik ga naar Nederland gaan, een
huis kopen en al mijn familie laten overkomen.' En terwijl het kind
naar het boek wijst zegt ze verder: 'Kijk zo schoon het daar is,
alles rijdt daar.' Dat kind heeft dit boek, dat niet de Surinaamse
context bevat, voorgeschoteld gekregen. Was er een waterval of
waren er andere leuke Surinaamse dingen in zo'n boek op school, dan
had dat kind een heel ander antwoord gegeven", concludeert Levens.
"Dat kind weet niet dat zodra het in Nederland is het een
tweederangsburger is, want dat vertelt het boek niet. Het boek is
niet geschreven voor haar."
In haar visie is context zo belangrijk dat kinderen in het
binnenland bij tekstanalyse niet dezelfde tekst moeten krijgen als
die in Paramaribo. "Een tekst over straathonden bijvoorbeeld zegt
kinderen van het binnenland niets. Dat kind verdient ook een
eerlijke kans en moet geen voorsprong noch achtergestelde positie
hebben tegenover het kind in Paramaribo."
Creativiteit
NAAST CONTEXT IS ook een beetje creativiteit vereist van
leerkrachten, wanneer het aankomt op zaken die het project niet
direct kan oplossen. Levens geeft ook hier weer een voorbeeld: "Ik
kwam op een school in zuid, een klas met 48 kinderen, twee
juffrouwen. De klas is zo vol dat de leerlingen niet eens tussen de
lessenaars kunnen lopen en de juffrouwen ook niet. De temperatuur
is boven de dertig graden en de leeftijden liggen tussen de negen
en veertien jaar. Ik zag gelijk: hier wordt niets geleerd. Ik zei
tegen de juf: 'Als ik u was, had ik de helft onder die boom
gebracht en de helft hier binnen. Onder de boom doceer je dingen
als 'leren argumenteren', 'debatteren', 'oplossingen bedenken voor
problemen' en andere '21st century skills'."
Zo leren de kinderen ten minste iets, weet Levens. Ze beschrijft
dat als een oplossing, die durf en creativiteit vereist. "Want een
meisje van negen in een klas met een jongen van veertien die de
avond tevoren bijvoorbeeld bij de servicestation heeft gewerkt, is
niet goed. Die jongen heeft van alles gehoord dat wel en niet voor
zijn oren bedoeld was en hij weet zich geen raad met die
informatie. Dat is een bom. Een die gaat ontploffen in het gezicht
van die juffrouw." Volgens Levens gaan juffrouwen dan vaak focussen
op zij die wel willen leren en dat zijn vaak de meisjes. "En dat is
een van de manieren waarom onze jongens uit het onderwijsproces
stappen."
Be-streaming
Dat soort leuke projecten hebben we nodig in het onderwijs
NAAST BEIP2 IS Levens ook bezig met het pilotproject
Be-Streaming: Basic education science, technology, reading,
engineering, art en math, Inspiration for the next generation. Het
is doel is integraal onderwijs. "We hebben jongens die op
afschrijven stonden een drone laten zien, ze mochten die uit elkaar
halen, in elkaar zetten en bedenken wat ze ermee kunnen doen. Ze
kwamen met ideeën wat ze zouden doen met die drone. Eerst
ondeugende natuurlijk, maar na een beetje stimulering werden het:
Kijken waar het verkeer vastzit in files en de agenten daarheen
sturen, in de landbouw precies kijken waar de insecten zitten en
van een afstand oplossen. Dat is science, technology, reading,
engineering, art en math- alles bij elkaar en de kinderen waren
wild enthousiast. Dat soort leuke projecten hebben we nodig in het
onderwijs."
België
PER 15 MAART gaat het nieuwe curriculum in bij klassen zeven en
acht en ook zal er gecorrigeerd worden in het curriculum in de
klassen een tot en met zes, waar dat nodig is. Beip heeft
consultants uit België aangetrokken om te ondersteunen daarbij.
Daarover was er veel onduidelijkheid in de samenleving. Levens
klaart het allemaal op. "De IDB is in eerste instantie een bank en
elke bank heeft regels. Bij de IDB is het zo dat als het te
besteden bedrag boven een bepaalde grens is, er internationaal
aanbesteed moet worden. Die regels hebben wij nageleefd en de Vrije
Universiteit Brussel (VUB) is daarvoor in aanmerking gekomen."
Levens benadrukt dat de consultants komen "helpen!" bij de
uitvoering van de hervormingen, maar "wij zeggen wat we willen".
Levens legt uit dat Suriname veel kan, maar nog niet alles. "Ik
rijd een buitenlandse auto en ik heb er vertrouwen in zo lang ik
aan het stuur ben. Zo is het ook met dit project. We hebben in 2016
vooral de afdeling Curriculum van het ministerie versterkt en pas
nu daar we weten hoe sterk wij zijn en wat we willen, hebben wij de
projecten opgestart. Er is ook een mastersopleiding Curriculum
opgestart aan het Instituut for Graduate Studies aan de
universiteit, waarbij de studenten meedoen aan dit project en bij
afsluiting een mastersopleiding hebben afgerond. Zo wordt
duurzaamheid gerealiseerd. Beip2 bevat een heel hoofdstuk over
duurzaamheid. Mensen kunnen klagen dat het langzamer is gegaan,
maar het is wel blijvend."
Ideale
klas
DE IDEALE KLAS ziet er volgens Levens zo uit: "In een ruimte
zitten kinderen van verschillende niveaus. Ook de zwakke, trage en
kinderen met een beperking, samen met de sterke. Ze zitten in
groepen en de juffrouw roept per niveau de kinderen bij zich om te
oefenen. Daarna gaan ze weer naar hun groep. Ze hebben hun eigen
opdrachten, maar ze zingen samen, ze spelen voetbal samen en ze
leren van elkaar. En het klinkt misschien moeilijk, maar het kan
wel. Ik heb het zien werken in Brazilië in São Paulo, waarom zou
het hier dan niet werken?". ◊
Dit artikel is verschenen in de weekendbijlage
van 16 maart.