COMMENTAAR: Onvrede en kennismaking
20/02/2021 12:00
HET IS EEN ongeschreven regel dat in welk verband dan ook een nieuwkomer zo snel mogelijk kennis maakt met de mensen met wie of werkarmen waarmee hij zal moeten samenwerken. Het kan zijn dat er wederzijds andere inzichten zijn. Maar introductie omzeilen of op de lange baan schuiven zal partijen nog verder uit elkaar drijven en dat zal zich te zijner tijd wreken. Zo een situatie zou kunnen ontstaan tussen het traditioneel gezag van het Boven-Surinamegebied, met aan het hoofd granman Albert Aboikoni en anderzijds de regering.
Deze week hebben gezagsdragers uit het gebied misnoegen geuit
omdat ze, zeven maanden na het aantreden van de regering, nog niet
zijn uitgenodigd voor kennismaking, noch minder zijn zij bij de
gezagsdragers op bezoek geweest. In een brief aan de president en
vicepresident vraagt het traditioneel gezag dat Aboikoni en zijn
naaste medewerkers, onder wie kapiteins, worden uitgenodigd.
De enige reden die bedacht kan worden waarom de kennismaking
(nog) niet heeft plaatsgevonden, is dat van Aboikoni wordt
aangenomen dat hij NDP-georiënteerd is. Een slepende ruzie tussen
drie kampen, waaronder dat van hem over het bekleden van de
belangrijke post van granman is door toenmalig president
Bouterse beslecht in het voordeel van Aboikoni.
in gesprek met de Ware Tijd ontkent minister Gracia
Emanuël van Regionale Ontwikkeling en Sport dat ze bewust het
traditioneel gezag van Boven-Suriname omzeilt. Een enige tijd
geleden ingezette kennismakingsronde met gezagsdragers van het
binnenland is nog niet afgerond, zegt ze. Haar veel- of
weinigzeggende uitspraak "wanneer het zover is zal het gebeuren",
zegt voldoende.
Vicepresident Ronnie Brunswijk was kort na het aanvaarden van
zijn ambt op bezoek in een dorp in Boven-Suriname dat onder gezag
van Aboikoni staat. Het bezoek was officieel niet aangekondigd en
Brunswijk heeft niet de moeite genomen om de drie kilometer verder
gelegen residentie van de granman te bezoeken of hem een
beleefdheidsbezoek te brengen. Dit kan een teken aan de wand zijn
dat er meer speelt dan de "drukke werkzaamheden" waar politici zich
vaak achter verschuilen.
Overigens, het ongenoegen van het gezag in het gebied geldt ook
voor districtscommissaris Ndepe Dinge die sinds zijn aantreden ruim
zes maanden geleden geen kennis is gaan maken met de traditionele
gezagsdragers en de dorpelingen, officieel "zijn volk". Het
traditioneel gezag spreekt in zijn algemeen ongenoegen van
ondermijning en een "onprettige situatie" en vraagt zich terecht af
of de centrale overheid met haar wil samenwerken of dat het gezag
het maar zelf moet uitzoeken.
In elk geval de president, vicepresident, minister van ROS en de
districtscommissaris mogen het ongenoegen niet negeren. Met
terzijde stelling van mogelijke politieke gevoeligheden moeten ze
werken aan een goede relatie met allen met wie ze moeten
samenwerken. Als zij die grootheid niet kunnen opbrengen zullen de
Surinaamse broeders en zusters in het gebied het slachtoffer
worden.
Gerelateerde artikelen