Hulpverlening huiselijk geweld wordt in kaart gebracht
02/12/2020 14:07
-
Euritha Tjan A Way

PARAMARIBO -
Het aantal organisaties dat hulp biedt bij huiselijk geweld wordt nu in kaart gebracht. Vóór 10 december zal het voor iedereen inzichtelijk zijn welke organisaties wat doet en wanneer. Vóór 10 december omdat dan de 16 dagen activisme tegen gendergerelateerd geweld eindigen.
In het kader van deze periode zijn Women's Rights Centre, UNDP,
UNFPA, Stichting Stop Geweld tegen Vrouwen, Stichting de Stem, de
ministeries van Binnenlandse Zaken en van Justitie en Politie samen
bezig organisaties te trainen om in te spelen op de hulpvraag
vanuit slachtoffers van huiselijk geweld. Het project dat zij
uitvoeren heet 'Aanpassing en versterking voor de Continuering van
Gender en huiselijk geweld-diensten tijdens calamiteiten zoals
Covid' en wordt gefinancierd door ' The Canadian high
commission'.
Carla Bakboord van Women's Rights Centre Suriname zegt dat veel
door de pandemie nu online gebeurt. "Door Covid-19 geven we de
mensen trainingen over hoe zij online hulp kunnen bieden. Door deze
pandemie en haar gevolgen zijn daders en slachtoffers ook langer
samen thuis, wat tot gevolg heeft dat internationaal het geweld is
toegenomen en het nationaal meer zichtbaar is geworden", zegt
Bakboord. Naast verzorgen van trainingen zal ook een roadmap
gepresenteerd worden zodat de organisaties die hulp verlenen in
kaart gebracht worden, zegt Bakboord.
Erna Aviankoi is, getriggerd door haar ervaring met huiselijk
geweld, in 2015 met haar stichting Cocon begonnen met het
verzamelen van verhalen van slachtoffers. Op sociale media deelt
zij vanaf 25 november 16 dagen lang geanonimiseerde verhalen die
zij in de afgelopen jaren heeft verzameld. "In 2015 begon het onder
stichting Cocon, maar daarna ben ik op eigen initiatief doorgegaan.
Ik heb het digitaal boek 'Stille Tranen' genoemd omdat veel
slachtoffers in stilte lijden. Niemand weet wat er met hen
gebeurt."
Volgens Aviankoi hebben veel van de vrouwen geen behoefte aan
het beëindigen van de relatie, maar ze willen gewoon een klankbord.
"En dat soort hulpverlening ontbreekt vaak. Counselors zijn er heel
vaak op gericht de mensen bij de hand te nemen en eigenlijk een
bepaald pad op te sturen. Maar veelal willen de slachtoffers dat
niet. Zodra emoties bijkomen is het moeilijk om binnen relaties
waar er geweld is tot een oplossing te komen", zegt Aviankoi.
Bakboord geeft toe dat veel van de organisaties die hulp
verlenen vrij onbekend zijn. "Maar ze willen absoluut niet allemaal
dat de vrouw uit de relatie stapt. De hulpverlening moet gericht
zijn op de hulpvraag van het slachtoffer, maar er zijn wel
organisaties die daaraan voorbij gaan. " Ze geeft ook toe dat er
nog politieagenten zijn die een aanklacht van een slachtoffer van
huiselijk geweld niet altijd serieus nemen, omdat de vrouw die soms
weer intrekt. "Maar er is wel een groep die getraind is daarmee om
te gaan. En Women's Rights Centre heeft tijdens de hearings met de
verschillende organisaties ook aangegeven dat trainingen van
politieagenten in omgaan met huiselijk weer opgepakt moeten
worden."
Omdat Aviankoi vindt dat indien zij het boek publiceert
slachtoffers van huiselijk geweld door een multidisciplinaire
aanpak afdoende geholpen zouden moeten worden, ziet zij nog af
daarvan. "Want we hebben in Suriname die aanpak nog niet. We bieden
vrouwen misschien wel hulp, maar we vangen het gezin onvoldoende op
om bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat daaruit geen andere daders
voortkomen. Dat soort consequente en ingrijpende hulpverlening mis
ik nog."
Reacties op haar verhalen op sociale media laten zien dat veel
mensen huiselijk geweld nog zien als een ver-van-hun-bedshow en ook
dat ze verbaasd zijn over hoe erg het geweld kan zijn. "Maar wat
mij opvalt bij deze verhalen is dat de daders allerlei
achtergronden hebben. Je ziet dat het niet alleen de stratiman zijn
die geweld gebruiken in een relatie. En ook dat vrouwen soms alleen
maar willen praten, zonder veoordeeld te worden."
Gerelateerde artikelen