Bouterse moet zijn zaak zelf verdedigen
30/10/2020 12:24
-
Ivan Cairo

PARAMARIBO -
Desi Bouterse moet in persoon aanwezig zijn in de rechtszaal wanneer zijn verzetzaak in het Decembermoordenproces wordt behandeld. Dat heeft de Krijgsraad op de zitting van vrijdag bepaald. Bouterse was niet aanwezig. Bouterse werd op 29 november vorig jaar bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor zijn aandeel in de Decembermoorden. De verdachte was wel correct gedagvaard voor de zitting van vrijdag.
Op de vraag van de president van de Krijgsraad waarom de
verdachte afwezig was, overhandigde zijn raadsman, Irvin Kanhai, de
rechtbank een verklaring waarin de redenen van zijn afwezigheid
werd aangegeven. De Krijgsraad werd gevraagd de inhoud van het stuk
niet publiekelijk bekend te maken.Nadat de leden van de Krijgsraad
en de auditeur-militair kennis hadden genomen van de inhoud werd de
zitting voor enkele ogenblikken geschorst zodat de rechtbank zich
kon beraden.
Na de hervatting van de zitting merkte krijgsraadpresident
Cynthia Valstein-Montnor op dat om privacy-redenen de inhoud van de
verklaring niet met het publiek gedeeld kon worden. Ze merkte
daarbij op dat deze wel een "verontschuldigbare reden" voor
Bouterse zijn aanwezigheid is. Echter hield ze Kanhai voor dat
vanaf de rechtszaak op 30 november 2007 begon de verdachte nimmer
op de zittingen is verschenen. De krijgsraad wil van hem zelf horen
waarom hij nooit is verschenen terwijl hij alle gelegenheid had om
bij te dragen aan zijn verdediging, maar na zijn veroordeling wel
verzet heeft aangetekend.
Reagerend op de door Kanhai overgelegde verklaring stelde
auditeur-militair Manro Danning, dat het nu om een
"overmachtssituatie". Hij benadrukte evenwel dat de wetgeving,
rechtspraak en literatuur aangeven dat bij behandeling van een
verzetszaak de verdachte persoonlijk aanwezig moet zijn en daarbij
mag worden bijgestaan door een raadsman. Advocaat Kanhai stelde dat
Bouterse in verzet is gegaan, omdat hij het oneens is met de
bewijsvoering waarop hij is veroordeeld. Als raadsman zou hij
excepties opwerpen, iets waarvan de krijgsraad op de hoogte
was.
In reactie daarop stelde Valstein-Montnor dat Kanhai per brief
van 22 oktober is gemeld dat hij verweren mocht voeren, maar de
rechtbank ging er toen vanuit dat Bouterse zou verschijnen zoals op
22 januari toen ze zaak werd geopend. Het is volgens de
krijgsraadpresident van "eminent belang" dat de rechten van
Bouterse als verdachte worden gewaarborgd. Dus zal hij zelf voor de
rechtbank moeten verschijnen om zijn verdediging te voeren zoals de
wet voorschrijft. De Krijgsraad wil ook van hem zelf horen waarom
hij de afgelopen twaalf jaar niet op de zittingen is verschenen. De
verdere behandeling van de zaak is verdaagd naar 30 november en is
aan Kanhai meegegeven dat zijn cliënt in de rechtszaal verwacht
wordt.