COLUMN: Politiek Entanglement
13/07/2020 14:00
-
Von Zeggen

Giwani Zeggen
Het beste voor Suriname zou zijn als Ronnie Brunswijk geen vicepresident wordt. Dat heeft te maken met zijn verleden. Afgezien daarvan, vraag ik mij oprecht af of hij geschikt is om vicepresident te zijn in een tijd van crisis. Bij mij speelt het feit dat hij marron is op geen enkele manier mee. Bovendien, iedereen die mij kent weet dat ik weiger te denken in termen van etniciteit. Echter, ik zal ook de eerste zijn om te erkennen dat er nog steeds landgenoten zijn die dat wél doen en alleen om die reden Brunswijk liever niet als vicepresident zien, maar zijn verleden als argument gebruiken.
Ook de kritiek over concessies en zakelijke belangen die de
aankomende vicepresident heeft, vind ik maar gezochte argumenten.
Of het komt van mensen die bang zijn om te zeggen dat ze vinden dat
Brunswijk niet de kennis en kunde heeft voor de baan of ze willen
gewoon geen marron zien op de stoel. De geschiedenis ligt daar. In
2010 was Robert Ameerali kandidaat voor het vicepresidentschap. En
we kunnen nou niet zeggen dat de man geen zakelijke belangen had en
nog altijd heeft. Was het toen geen probleem dan?
Van de coalitiepartners verwachtte ik ook geen beroep op
Brunswijk om af te zien van de functie, vanwege zijn verleden, met
name het drugsvonnis in het buitenland en zijn betrokkenheid in de
Binnenlandse Oorlog. De Abop niet, omdat ze hun eigen leider niet
gaan afvallen en bovendien in 2010 kozen voor Desi Bouterse. Die
heeft ook een drugsvonnis in het buitenland en was toen verdachte
in het 8 Decemberstrafproces.
Van Pertjajah Luhur, in politieke zin bij de Abop aan de
beademing, verwachtte ik ook geen tegenstand. Niet in de eerste
plaats omdat ze in 2010 ook meestemden voor Bouterse, maar omdat
een plek in de oppositie het definitieve einde betekent van Paul en
Bronto Somohardjo in de politiek.
En hoe zit het met de VHP en Chan Santokhi, vraagt u zich dan
af? Anders dan de aankomende president wil ik wél terugkijken. Naar
het recente verleden: 2015 om precies te zijn. De toenmalige
coalitie kwam een paar stemmen tekort om de president en
vicepresident in het parlement te kiezen. 'Wij', ook
ondergetekende, vonden toen dat in 's landsbelang de oppositie
moest meewerken aan de verkiezing in De Nationale Assemblee. Om het
land het geld dat een Verenigde Volksvergadering zou kosten te
besparen. Immers, we zaten al dik in een financieel-economische
crisis. Hoe principieel waren we toen dan?
Woog het organiseren van een VVV destijds dan zwaarder dan onze
principiële bezwaren tegen Bouterse? Het is geen verwijt naar 'ons'
allen. Ik constateer slechts en stel aan mezelf, maar ook aan u,
een gewetensvraag. Is het dan eerlijk om Brunswijk nu vanwege zijn
verleden principieel te weigeren? Terwijl wij nog maar vijf jaar
geleden principieel vonden dat de VHP geen tegenkandidaten moest
presenteren. Dat zou volgens 'ons' getuigen van constructieve
oppositie en het voorop stellen van het algemeen Surinaams belang
in plaats van het politieke VHP-belang.
Ook de NPS vond het destijds oké om de president bij acclamatie
te kiezen, hoewel Etnel als een soort vorm van protest niet in de
zaal was. De totale politiek en grote delen van de samenleving, ook
ik, legden zich in 2015 neer bij de keuze van de NDP en Bouterse
zelf. Het zou dus hypocriet zijn om nu te volharden in een
standpunt dat Brunswijk geen vicepresident mág worden.
Of hij het zou moeten willen? Nee, ik denk het niet. Zoals ik
ook van Bouterse vond dat hij het niet zou moeten willen. Bouterse
wilde toen en Brunswijk nu ook. Het zij zo! Maar er is hoop. Het
einde is in zicht. Brunswijk is de laatste van de hoofdrolspelers
uit de jaren tachtig die nog een voorhoederol heeft in de politiek.
Ik beschouw het als de Surinaamse democratie in een politiek
'entanglement' met de jaren tachtig!
giwani@hotmail.com
Gerelateerde artikelen