Gebarentolk: 'Ik ben blij dit te mogen doen'
26/06/2020 10:01
-
Arjen Stikvoort

Astrid Wittenberg (foto) is één van de vaste gebarentolken tijdens de reguliere persconferenties van het Covid-19-managementteam. De twee anderen zijn Stephanie Waridjan en Rosita Etnel.
Foto: Irvin Ngariman
PARAMARIBO -
Zij is een Bekende Surinaamse geworden. Een paar keer per week staat gebarentolk Rosita Etnel op televisie en 'vertaalt' voor doven en slechthorenden wat verteld wordt tijdens de Covid-19-persbijeenkomst. "Ik ben blij dit te mogen doen", zegt Etnel. Ruim vóór de uitzending wordt het één en ander geoefend met de camera. Sta je goed? Zit alles goed? Als het managementteam er is, begint de uitzending.
Etnel's fascinatie voor de gebarentaal ontstond in 1975 toen ze
begon te werken bij de Kennedy Stichting, een instituut voor dove
en slechthorende kinderen. "Ik raakte onder de indruk van de
communicatie en de gebarentaal met deze doelgroep. Gaandeweg ben ik
me er steeds meer voor gaan interesseren en me erin gaan verdiepen.
Je leert voortdurend bij als je vaak met doven en slechthorenden
werkt."
Ze volgde geen specifieke opleiding, maar schoolde zich door
cursussen in Suriname en Nederland. Gebarentaal is niet een
één-op-één-vertaling van woord naar gebaar. Mimiek en
lichaamshouding zijn volgens haar ook heel belangrijke bij het
overbrengen van de boodschap. Bovendien is de taal altijd in
ontwikkeling en moet je rekening houden met de leeftijdsverschillen
in de doelgroep.
Met haar twee collega's Astrid Wittenberg en Stephanie Waridjan
draait ze een wisselend rooster tijdens de
Covid-19-persconferentie. "We doen het om en om, omdat het fysiek
best zwaar is." Even met de handen over elkaar staan als men in
herhaling treedt, is er volgens de tolk niet bij. "De doelgroep wil
letterlijk alles volgen. En als je dan niets uitbeeldt, vragen
mensen zich af: 'maar Rosita wat zeiden ze daar en daar?''
Hoe belastend het kan zijn schetst Etnel met een voorbeeld:
enkele weken geleden moest een gebarentolk tijdens de
Covid-19-persconferentie in Nederland worden afgelost, omdat het
zwaar werd. "Sinds toen doen ze het met z'n tweeën en die
persconferentie duurt een uur. Dat is bij ons gelukkig nog niet
voorgekomen, maar onze persmomenten duren soms wel twee uur.
Daarnaast worden er ingewikkelde onderwerpen besproken en praat de
één sneller dan de ander."
Na afloop heeft ze wel een goed gevoel, "maar dan ben ik niet
klaar. Ik verzorg dan meestal thuis nog videocalls met mensen die
het hier en daar toch niet goed begrepen hebben en opheldering
willen." Wiren Meghoe, op wiens leven de film 'Wiren' is
geïnspireerd, is doof. Hij is blij met de vertaling van de
Covid-19-uitzendingen. "Ik kan mevrouw Rosita goed begrijpen. Het
is goed dat de doven ook de informatie krijgen, zodat zij veilig
kunnen zijn."
Meghoe hoopt dat het niet hierbij blijft maar dat na Covid-19
ook regelingen getroffen worden voor het vertalen van
nieuwsberichten en andere belangrijke dingen. Ivan Tai-Apin,
regisseur van de film 'Wiren' waarin de hoofdpersoon doof is, pleit
voor meer gebarentolken bij informatieve televisieprogramma's,
zoals het journaal. "Ik heb van dove mensen begrepen dat zij blij
zijn dat zij nu rechtstreeks de informatie kunnen volgen."
Mensen zijn zich bewust geworden van de noodzaak van gebruik van
de gebarentaal in Suriname want iedereen heeft recht op informatie.
Hij stelt voor dat Suriname snel werkt aan een 'tolkensysteem'
zodat de doelgroep ook in het maatschappelijk leven het recht van
een tolk kan krijgen. "De wet ligt er sinds 2017 maar moet alleen
nog worden gepubliceerd in het Staatsblad."
Gerelateerde artikelen