21Su in kort geding niet-ontvankelijk verklaard
15/04/2020 00:00
-
Merredith Bruce

Anand Biharie, woordvoerder van 21Su, zegt dat de partij in hoger beroep gaat tegen het vonnis.
Foto: dWT
PARAMARIBO -
Kantonrechter Sandra Bradley heeft 21 Plus voor Suriname (21Su) niet ontvankelijk verklaard in het kort geding dat de partij had aangespannen tegen de Staat Suriname. De rechter stelt in haar vonnis dat de partij "voorbarig en onjuist" is geweest.
Al voordat de president een beslissing had genomen over het
bezwaarschrift dat de partij bij hem had ingediend - nadat zij van
het Centraal Hoofdstembureau (CHS) te horen kreeg dat ze niet mag
meedoen aan de verkiezingen - is zij naar de groene tafel gestapt.
De zaak is daarom niet inhoudelijk behandeld.
Het vonnis is op 9 april uitgesproken door rechter Alida
Johanns. De rechter vindt dat de president, in tegenstelling tot
wat 21Su stelt, wél binnen de wettelijke termijn van drie dagen
heeft gereageerd. De partij ging uit van 28 maart, de dag waarop
zij het stuk heeft ingediend bij het kabinet van de president.
Echter, de rechter gaat uit van de dagtekening van 30 maart zoals
in het stuk staat aangegeven.
De president heeft op 2 april beslist over het beroepschrift. De
beslissing is de dag daarop aan 21Su betekend. Woordvoerder Anand
Biharie zegt dat de partij "gedwongen" is in hoger beroep te gaan
tegen de uitspraak, omdat de rechter feitelijke en juridische
"misslagen" pleegt en daardoor een "onrechtmatig" vonnis heeft
gewezen.
De partij was samen met onder meer Strei! en De Nieuwe Wind
geweigerd door het CHS, omdat zij de verplichte waarborgsom niet
had betaald en zij geen bewijs van registratie bij het
Onafhankelijk Kiesbureau kon overleggen. Nadat de president
afwijzend had gereageerd op het bezwaarschrift, heeft de partij
opnieuw een poging gedaan om ingeschreven te worden in het
CHS-register.
Echter, een medewerker van het CHS zou hebben geweigerd het
dossier in ontvangst te nemen met als reden dat de instantie
daartoe geen mededeling van de president zou hebben ontvangen.
Biharie vindt dat het CHS "onwetmatig" handelt, omdat de wet niet
zegt dat de president eerst een mededeling moet doen.
De partij volhardt in haar poging om toch aan de verkiezingen te
mogen meedoen. Naast het voornemen om in hoger beroep te gaan tegen
de uitspraak van de rechter, heeft zij dinsdag in een brief gericht
aan de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd om het CHS te
bevelen het tweede registratieverzoek in ontvangst te nemen.
De partij vraagt ook alsnog in het register te worden
ingeschreven. Biharie stelt dat 21Su zich "verplicht" voelt om
conform wet en recht haar deelname aan de verkiezingen van 25 mei
zeker te stellen. Zestien van de zeventien partijen die wel aan de
verkiezingen mogen meedoen hebben op 9 april hun
DNA-kandidatenlijsten ingediend. OPTSU kwam niet opdagen.
Gerelateerde artikelen